Table of Contents

Schrekt's Bible

Karl Schrekt provided the party with copies of an annotated bible in which certain passages were marked. Below are some of the annotations

(If there are two quote bulbs under one verse, both are a translation of the same verse. For titles and books, see Bijbelboek.)

Verses

Leviticus 17:10-14

En Ik zal mijn gelaat keren tegen ieder, ongeacht Israëliet of buitenlander die bij u woont, die (in welke vorm dan ook) bloed eet. Ik zal hem verstoten uit het volk.

Want de ziel van het vlees zit in het bloed en Ik heb u het bloed gegeven om op het altaar te sprenkelen als verzoening voor uw zielen; het is het bloed dat voor de ziel verzoening doet.

Dat is de bedoeling van mijn wet voor het volk Israël, dat noch zij noch een vreemdeling die bij hen woont, bloed mogen eten.

1)

Daarom moet ieder die bloed eet, worden verstoten.

De gemeenschap verstoot degene die bloed eten. En mogelijk drinken? Refereert dit naar het verstoten worden uit de sterfelijke wereld als Kindred? Of gaat het om de kerk zelf hier? Hoe relateerd dit aan de “grote kwestie”?

Deuteronomium 32:17

Het volk bracht offers aan boze geesten, nieuwe goden die nog nooit eerder waren aanbeden.

Volgens mij is dit in strijd met het eerste van de tien geboden (Exodus 20:3) en ik weet niet hoe dit op mij van toepassing zou kunnen zijn. Of op Kindred in het algemeen, overigens.

Spreuken 30:11-16

Er zijn mensen, die hun ouders vervloeken;

mensen, die zichzelf goed vinden, maar in werkelijkheid zondig zijn;

mensen, die hooghartig om zich heen kijken en anderen verachten;

mensen, die hun tanden als zwaarden en hun kiezen als messen gebruiken, om daarmee de noodlijdenden en de armen te vermalen.

De bloedzuiger heeft twee dochters: ze zijn onverzadigbaar en willen steeds meer. Drie dingen zijn absoluut niet te verzadigen, voor de volgende vier dingen is het nooit genoeg:

het graf, een onvruchtbare baarmoeder, de aarde, die nooit genoeg water heeft, en het vuur. Geen van die vier zegt ooit: “Nu is het genoeg.”

Dit is vrij metafysisch en ik heb de sturing nodig van een wijzer iemand om de link tussen tanden als zwaarden, bloedzuigers en het graf uit te leggen. Zou het hier de oneindigheid van het beest kunnen beschrijven? Hoe kan God ons hierin helpen? Zou er een link kunnen zijn met de “grote kwestie”? Referentie: Psalm 42:2, Matteus 5:6

Jesaja 34:14

Er zullen wolven en hyena's zijn. Hun gehuil zal klinken in de stilte van de nacht. De nachtmonsters zullen daar elkaars schreeuw beantwoorden en de boze geesten zullen daar komen rusten.

Het is de ontmoetingsplaats van woestijndieren en hyena's, bokken meten daar hun krachten. Lilit zoekt er rust en leeft er ongestoord.

Gaat dit mogelijk over weerwolven? Ik weet eigenlijk niet genoeg over hen om te zeggen of dit het geval is, of dat het eigenlijk over iets anders gaat… Het lijkt op het eerste gezicht in ieder geval weinig met Kindred te maken te hebben.

“Lilit” referentie is echter onvertaald en word ook vertaald als nacht-uil, nacht-monster, night-hag en letterlijk vampier, in andere vertalingen. Zijn Kindred boze geesten? Of is dit juist een suggestie van een link tussen weerwolven en de demon Lilith? Dit valt buiten mijn inzicht en kennis.

Joël 1:6

Mijn land is ten prooi aan een volk, een machtig volk zonder tal, met tanden als van een leeuw, geweldadige kaken als van een leeuwin

Een reusachtige zwerm sprinkhanen is neergestreken op het land. Het is een machtig, ontelbaar leger, met tanden zo scherp als die van een leeuw.

Dit lijkt te refereren naar zondes van eerdere Kindred die chaos en anarchie hebben veroorzaakt. Mogelijk kunnen we leren van deze zonde dat we onze aantallen beperkt moeten houden?

Micha 7:2

Wat vreselijk! Wat is het moeilijk een eerlijk mens te vinden! Zij zijn even schaars als druiven en vijgen na de oogst. Geen enkele tros, geen enkele vijg is overgebleven. De eerlijke mensen zijn van de aarde verdwenen, niet één rechtschapen man is achtergebleven. Er zijn alleen nog maar moordenaars over, die op hun eigen volksgenoot jacht maken.

Zij die trouw waren zijn verdwenen uit het land, niemand is nog rechtschapen. Allen zijn op bloed belust, iedereen belaagt zijn naaste.

Dit lijkt naar Kindred te refereren, maar het is raar dat “iedereen” word beschreven. Gaat het over de Kindred gemeenschap? Of word er metafysisch over bloed gesproken, als in oorlog en moordzuch? Ik heb niet genoeg inzicht om dit te interpreteren.

Lukas 8:52

Er waren allemaal mensen aan het huilen en jammeren om de dood van het kind. “Maak toch niet zoveel lawaai!” zei Jezus. “Houd op met huilen. Zij is niet dood; ze slaapt alleen maar.”

Dit is het verhaal van de dochter van Jairus, ook te vinden in Marcus 5:35-43 en Matteus 9:23-26. Het is niet het enige resurectie wonder dat Jezus heeft verricht, Hij heeft ook de jonge man uit Nain en Lazarus uit de dood teruggebracht. En Zichzelf, overigens. Zou iemand door de kracht van Jezus terug kunnen keren van Kindred naar gewone sterveling? Welke implicatie heeft dit? Is het gelinkt aan de “grote kwestie”?

Handelingen 15:28-29

De Heilige Geest en wij hebben namelijk besloten u geen verdere verplichtingen op te leggen dan deze noodzakelijke dingen:

eet niets van wat aan afgoden geofferd is; eet of drink geen bloed; eet geen vlees van dieren die door verstikking ter dood gebracht zijn en pleeg geen hoererij. Als u zich daaraan houdt, is het goed. Wij wensen u het allerbeste.“

Dit is een vrij directe veroordeling van Kindred. Zijn wij buiten het bereik van de Heilige Geest vanwege deze verplichtingen? Dit zet de “grote kwestie” vrij centraal…

Efeziërs 6:12

Want wij vechten niet tegen mensen, maar tegen onzichtbare wezens: De duivelse heersers en machten, die deze donkere wereld tiranniseren, een heel leger van boosaardige geesten in de onzichtbare wereld om ons heen.

Ik heb de onzichtbare wezens aanschouwd en een van de duivelse heersers in de ogen gekeken. Het is zoals beschreven. Maar wat betekend dit? Wat zegt het over hetgeen we moeten doen?

Openbaringen 9:3-11

Uit de rook kwamen sprinkhanen neer op aarde. Ze kregen de beschikking over dezelfde vermogens als schorpioenen op aarde.

Maar, werd erbij gezegd, ze moesten de planten, struiken en bomen ongemoeid laten. Alleen de mensen die niet het zegel van God op hun voorhoofd hadden, mochten ze kwaad doen.

Doden mochten ze hen niet, alleen pijnigen, vijf maanden lang; die mensen zouden pijn moeten lijden alsof ze door een schorpioen gestoken waren.

Dan zullen de mensen de dood zoeken, maar hem niet vinden. Ze zullen naar de dood verlangen, maar de dood vlucht van hen weg.

Zo zagen die sprinkhanen eruit: ze leken op paarden die waren toegerust voor de strijd, met op hun hoofd een soort goudachtige krans met een gezicht als dat van een mens.

Hun haar was lang als het haar van een vrouw, hun tanden waren als leeuwentanden.

Hun borst leek een pantser van ijzer. Hun vleugels maakten een geluid als het geratel van talloze wagens die ten strijde trekken.

Verder hadden ze een staart met een angel, net als schorpioenen. Met die staart konden ze de mensen pijnigen, vijf maanden lang.

Hun koning is de engel van de onderaardse diepte; zijn naam luidt Abaddon in het Hebreeuws, in het Grieks Apollyon

Zijn wij de schorpioenen, of degene die door de schorpioenen zijn gestoken? Ik vind Openbaringen moeilijk te interpreteren. Mogelijk dat iemand met meer kennis hier meer inzicht in heeft?

Openbaringen 16:6

Nu krijgen de mensen, die het bloed van Uw kinderen en profeten vergoten hebben, bloed te drinken. Dat is hun verdiende loon”

Dit suggereerd dat we Kindred zijn geworden omdat we het bloed van Christenen en de Profeten hebben vergoten… Heb ik meer gedaan dan ik dacht…? Ik dacht dat ik mijn eigen corruptie en duisternis kende, maar mogelijk is het veel zwaarder… Of is dit een referentie naar de “grote kwestie” en de oneindige genade van God?

Openbaringen 17:6

Ik zag dat de vrouw dronken was van het bloed van Gods kinderen, het bloed van hen die openlijk over Jezus hadden gesproken. Toen ik haar zo zag, was ik erg verbaasd.

Ik zag dat de vrouw dronken was van het bloed van de heiligen en het bloed van hen die van Jezus hadden getuigd. Ik was ontzet toen ik haar zo zag.


Ik ben een monster…
1)
En als een Israeliet of een vreemdeling die bij jullie woont wilde dieren of vogels jaagt die gegeten mogen worden, moet hij het bloed laten weglopen en met droge aarde bedekken.

Want het bloed is de levenskracht van elk levend wezen. Daarom heb ik tegen de Israelieten gezegd: Vlees met bloed erin mag je niet eten, want het bloed is de levenskracht van elk levendwezen en